“Mijn advies ga lekker de kou in.”

De temperaturen schommelden de afgelopen dagen rond het vriespunt. In Winterswijk maakte men zich deze week op voor de eerste schaatswedstrijden op natuurijs, terwijl in Twente code geel gold vanwege de sneeuwoverlast. November 2023 is de boeken ingegaan als een zachte maand, met een gemiddelde temperatuur van 7,8 graden, maar met een ijskoud slot.

“Ook voor mij was het even huiveren, de eerste stapjes in de kou”, zegt hoogleraar thermoregulatie aan de Universiteit Maastricht Wouter van Marken Lichtenbelt. “In eerste instantie moet het lichaam wennen aan kou. Na een paar dagen kou wordt het al dragelijker, hoor ik mezelf zeggen. Dat laten ook onze laboratoriumproeven zien.”

“Momenteel werken twee promovendi, Adam Sellers en Sten van Beek, aan een eerste koudetest met rillen, in een serie van tien dagen. Het lijkt wel of alles een beetje minder wordt. Eerst stijgt de bloeddruk, maar na tien dagen verlaagde deze en ook de bloedsuikers verlaagden, na het nuttigen van een suikerdrankje. Dat gold ook voor nuchtere vetzuren en vetten in het bloed, die omlaaggingen. Dit noem ik allemaal gunstige metabole veranderingen. Daarom is mijn advies: ga lekker de kou in.”

 

November was zacht en opeens stak de soms snijdende kou op. Wat gebeurt er dan precies in je lichaam?

“Bij extreme lage temperatuur ga je rillen. Daarmee gaat je stofwisseling, dat is bijna synoniem aan lichaamswarmteproductie, flink omhoog, wel drie- tot vijfmaal meer dan je stofwisseling in rust. Dan kun je heel wat aan, al is rillen niet zo comfortabel. En opnieuw: na wennen aan de kou neemt het rillen wat af en de chemische warmteproductie in onze cellen wat toe.”

 

Het weer in Nederland wordt extremer. Hoe kunnen we daar op een goede manier mee omgaan?

“We zijn geleidelijk, in de afgelopen decennia, in een fuik van comfort gegleden. Ons lichaam kan tegen een stootje, maar we moeten dan niet de hele dag bij 20 graden blijven hangen. Meer inspanning in combinatie met meer variatie in omgevingstemperatuur werkt goed, maakt je weerbaarder tegen extremen – zowel kou als hitte – en is nog gezond ook. Bovendien gebruiken we dan minder de verwarming in de winter en minder airco in de zomer. Energiebesparing is cruciaal om de klimaatverandering te vertragen. Ik zie dit als twee vliegen in een klap.”

 

Onder welke omstandigheid gedijt u zelf het beste en waar heeft dat mee te maken?

“Ik noem mezelf weleens een warmteminnaar. Ik vind warmte heerlijk en ook in mijn slaapkamer mag het ‘s zomers lekker warm zijn. Maar als ik een flink stuk wil gaan fietsen, dan prefereer ik weer een winterdag. In de kou voel ik me bij inspanning veel prettiger. En, gek genoeg vind ik het ook weer heerlijk om in de winter in een koude kamer dik onder de wol te gaan. Als ik mezelf zo hoor praten, ben ik niet heel consequent.”

 

U doet al meer dan dertig jaar onderzoek naar dit onderwerp, maar Van rillen tot zweten is uw eerste boek. Bent u tijdens schrijven nog op opvallende ontdekkingen gestuit?

“Heel veel zelfs. Ik ben bijvoorbeeld meer in het thema ‘sport en temperatuur’ gedoken. Dan merk je dat in de sportwereld veel dingen worden aanbevolen waar de wetenschappelijke onderbouwing van tekortschiet.”

 

Kun je een voorbeeld geven?

“Veel mensen koelen na het sporten hun spieren in de hoop dat dit de spieropbouw bevordert. Onderzoek suggereert het tegendeel. Je bevordert misschien het herstel, maar de spiergroei verslechtert. Na afloop extra verwarmen helpt trouwens ook niet voor spiergroei. Dus het lijkt erop dat het lichaam het zelf al precies goed doet.”

 

Je ziet dat steeds meer mensen, ondanks de lage temperaturen, het hele jaar door openwaterzwemmen. Is dat goed voor je?

“Als we de hartpatiënten even niet meenemen, want die moeten gewoon voorzichtig zijn, dan zeg ik: ja, maar wel met een mits. Als je gelukkig van zwemmen wordt, dan is dat positief en moet je het zeker doen. Tevens heeft ons onderzoek uitgewezen dat milde koude gewenning – zes uur per dag bij ongeveer 15 graden – positief is voor je stofwisseling en voor je suikerhuishouding. Het is dus gunstig voor de manier waarop je lichaam voedsel verwerkt, om regelmatig in de kou te zijn.”

 

Op het gebied van kou heeft u de afgelopen jaren een aantal onderzoeksprojecten geëntameerd die niet alleen wetenschappelijk zeer vernieuwend waren, maar ook een duidelijke maatschappelijke relevantie hadden.

“Dat klopt. In dat kader is ons kouonderzoek bij mensen met diabetes en mensen met overgewicht aardig om te noemen. Bij beide groepen zagen we een gunstig effect op hun suikerhuishouding. Hun insulinegevoeligheid ging sterk omhoog en de glucoseopname in de spieren verbeterde.”

 

Over extreem weer: heeft u behalve van rillen en zweten ook verstand van oneindige regenval?

“Het enige voordeel van de vele regen is dat onze natuurgebieden zich herstellen van een paar te droge zomers. Dat geeft me wel een goed gevoel. Verder word ik wat mistroostig van elke dag regen. Ik heb een tijd in de tropen gewoond en vijf jaar lang werd ik op Curaçao blij verrast wakker omdat de zon scheen.

 

Toch betrapte ik mezelf erop dat ik laatst best vrolijk werd van een flinke stortbui. Omdat er echt wat gebeurde. Ook nu ben ik niet helemaal consequent.”

 

CV Wouter van Marken Lichtenbelt

Van Marken Lichtenbelt promoveerde in 1991 aan de Rijksuniversiteit Groningen op leguaanonderzoek. Hij vertrok naar de Universiteit Maastricht om zich te verdiepen in temperatuur en het menselijk lichaam. Zijn pionierswerk op het gebied van bruin vetweefsel leverde hem in 2009 internationale erkenning op. Sinds 2014 is hij in Maastricht hoogleraar thermoregulatie. Van rillen tot zweten is zijn debuut als schrijver.